Zoeken in deze blog

Welkom op deze weblog

"Een uit de hand gelopen hobby"
"Kent u die uitdrukking?" zou dominee Gremdaat zeggen!

Via de volgende link kunt u de volledige lijst vinden van de boeken die ik in de verkoop heb:


Daarnaast echter zijn er altijd boeken die ik graag in mijn privé bezit houd.

Het leek mij leuk om iets meer te laten zien van de boeken die ik interessant vind. Vanwege de speciale uitgave, de interessante inhoud, de schitterende band of de prachtige illustraties.

Daarvandaan dus....

En misschien laat ik u af en toe ook wel mee genieten van mijn literaire aspiraties, in proza of poezie.
Of plaats ik een afbeelding van mijn eigen schilderkunst!

Veel plezier!

Follow RolandWitte on Twitter


.

donderdag 24 mei 2018

JOPIE SPRINTER OF SNELLE JELLE ?

DE AVONTUREN VAN JOPIE SPRINTER

tekst mevr. D.A. Cramer-Schaap
ill.: Jan Kraan (1901- ?)

Uitgave Peijnenburg's Koekfabrieken, Geldrop
(uitgave 1938)





Peijnenburg laat de kinderboekenschrijfster D.A. Cramer-Schaap een boek schrijven over de avonturen van Jopie Sprinter, een echte Hollandsche jongen.
Zoals Jopie Sprinter van Peijnenburg's koek houdt, houden alle Hollandse jongens en meisjes daarvan.
Klanten kunnen het boek krijgen tegen inlevering van 75 bonnen die verpakt zijn bij de koeken Candy Sprinter en Jopie Sprinter.


Kennelijk had Peijnenburg's koek iets waardoor je sneller ging, want ook hedentendage wordt geadverteerd met 'snelheid', n.l. "Snelle Jelle".



(Wieger Ketellappers koekfabrieken werden in 1997 door Peijnenburg overgenomen) 







In 1983 kreeg de onderneming het predicaat 'Koninklijk'



Jopie was natuurlijk een echte kwajongen, want dat hoort nu eenmaal in dit soort jongensboeken!

Hier stak hij zijn hoofd door de spijlen van de trapleuning, 'om naar den slagersjongen aan de voordeur te kunnen kijken en geen kans zag het weer terug te trekken.'


Ook de kan met koud water hielp niet en uiteindelijk werd de smid ingeschakeld om Jopie uit te zagen!

Niet alleen was Jopie een kwajongen, hij was natuurlijk ook een held (wat je allemaal niet kunt worden door ontbijtkoek te eten..)

'Hij greep den piloot die het dichtst bij hem lag bij de benen en trok hem zo vlug hij kon zo ver mogelijk weg'




'Toen rende hij terug naar den mecanicien en trok ook hem in veiligheid.

[By the way: Wat een prachtige tekening!]




"Die grot zou ik wel eens willen onderzoeken."



Tenslotte op de achterplat de vrouwelijke versie van Jopie,
 n.l. Candy Sprinter.
Let ook op de tekst op de verpakking:
"Aanbevolen door H.H. Doktoren.
voorkomt constipatie"





Hier nog een grapje dat ik ooit van mijn vader hoorde:

Een luie koekverkoper op het station van Deventer liep bij binnenkomst van de trein achter de stationschef aan.
Deze riep, zoals toen gebruikelijk was, de naam van de halteplaats:
'Deventer'. De koekverkoper hoefde hierdoor alleen maar 'koek' te roepen.
"DEVENTER"......."KOEK"


(verkocht)




dinsdag 15 mei 2018

HET HOETSELMANNETJE VAN STUTTGART

HET HOETSELMANNETJE 

VAN STUTTGART

door N. van Hichtum
vrij naar het Duitsch van Eduard Möricke
Illustraties van Tjerk Bottema





Nienke van Hichtum (Fries: Nynke fan Hichtum), pseudoniem van Sjoukje Maria Diderika Troelstra-Bokma de Boer (Nes13 februari 1860 – Hilversum9 januari 1939) was een Nederlandse en Friese vertaalster en kinderboekenschrijfster. Haar bekendste boek is Afke's tiental.






Uit de digitale bibliotheek voor nederlandse letteren:

Tekenend voor toen. Norm en vorm van de illustratie in Nederlandse kinderboeken 1890-1940(1984)Jopje Bakker


De ‘Amsterdamse School’-stijl: Het Hoetselmannetje van Stuttgart

Direct geënt in de vormtraditie van de Amsterdamse School was het illustratieve werk van Tjerk Bottema voor Het Hoetselmannetje van Stuttgart (afb. 21). Bottema had als vertegenwoordiger van de Nederlandse Amsterdamse School-ontwerpkunst een affiche ingezonden voor het Nederlandse paviljoen op de genoemde Parijse overzichtstentoonstelling in 1925 (afb. 22). Vergeleken met dit affiche zijn zijn illustraties veel minder dogmatisch en veel experimenteler. Door het gebruik van de harde kleuren (hard groen, rood, geel, paars, zwart) en de siermotieven als kartels, golfranden, spiraalvormen en de voor deze versierkunst zo kenmerkende ‘horror vacui’, is zijn verwantschap met de decoratieve traditie van zijn tijd duidelijk te zien. Dit expressionisme is voor het Nederlandse kinderboek in de periode tussen de twee wereldoorlogen bijzonder te noemen. Vooral de vrije behandeling van het drukprocedé, waarbij het uitgespaarde wit als ruimtelijk element bewust gebruikt wordt, wordt pas in de vijftiger jaren in de boek-illustratie verder ontwikkeld door de expressionistisch georiënteerde kunstenaars als Willem Rozendaal, Henk Krijger en anderen.




Een verhaal over een mannetje met buitengewone gaven




Tjerk Bottema (broer van Tjeerd Bottema)
Was bevriend met schilders uit de Bergense school, zoals Leo van Gestel en gebruikte ook hun paars-bruin-donkergele kleuren. Hij woonde in Parijs en werd daar wel vergeleken met Van Gogh en Kees van Dongen. Hij was cartoonist, maakte affiches en illustreerde een klein aantal boeken.





Vooral Het Hoetselmannetje heeft opvallende illustraties, met een paar bijzondere kleurplaten en een groot aantal zwart-wittekeningen door de tekst heen. Felle contrasterende kleuren geel, groen, paars, rood geven de reportage-achtige illustraties karakter met verbaasde, schreeuwende, vilein lachende of geschrokken mensen op straat, bij een slotgracht, in kelders en andere onbestemde plaatsen. Mensen in wonderlijke uitdossingen, duivels soms, middeleeuws, hoofs.





Geen van Sjoukjes (Sjoukje Troelstra-Bokma de Boer = Ninke van Hichtum) illustratoren tekende zo expressief en zo grillig als Tjerk Bottema.





Zelf noemde hij zijn werk bij het Hoetselmannetje 'romaans en gotisch in de gegevens waar de werkelijkheid verbeeld is en modern fantastisch met romeinschen inslag waar er fabel is, zoals de nimfenwereld. Ze zijn sterk gekleurd.'






Vrij naar het Duitsch van Eduard Möricke

















Te koop bij Tureluur voor € 15,00
https://www.boekwinkeltjes.nl/b/155912974/Het-Hoetselmannetje-van-Stuttgart-Vrij/





zaterdag 5 mei 2018

WILLEM YSBRANTSZOON BONTEKOE VAN HOORN

JOURNAEL OFTE GEDENCKWAERDIGE BESCHRIJVINGHE VAN DE OOST-INDISCHE REYSE VAN WILLEM YSBRANTSZOON BONTEKOE VAN HOORN

UITGEGEVEN EN VAN AANTEKENINGEN VOORZIEN DOOR DR. W.H. STAVERMAN

UITGAVE: MEULENHOFF, 1930.

SERIE: DIETSE LETTEREN 1
(BIBLIOTHEEK VOOR DE DIETSE LANDEN 
NEDERLAND - VLAANDEREN - ZUID-AFRIKA)


 
                   met stofomslag                                                      zonder stofomslag


BONTEKOE


De meesten onder ons zullen allicht bekend zijn met "De scheepsjongens van Bontekoe."
Het spannende jongensboek, geschreven (in 1924) door Johan Fabricius.



Dat het verhaal berust op het bestaande scheepsjournaal van Bontekoe is misschien minder bekend, maar niet minder spannend!




Journaal oftewel de
Gedenkwaardige beschrijving van de Oost-Indische reis van Willem Ysbrantsz. Bontekoe van Hoorn.
Met inbegrip van veel wonderlijke en gevaarlijke zaken (situaties) die hij op deze reis heeft meegemaakt.
Begonnen 18 december 1618 
en beëindigd (vol-eynt) 16 december 1625.

In werkelijkheid is het journaal pas in 1646 door hem opgeschreven, omdat het eigenlijke scheepsjournaal met de brand van het schip verloren is gegaan.








-Dit is het portret van Bontekoe, die op zijn tocht (vaert) tot ieders verwondering door God is gespaard,  omdat hij de dood ontliep.
Zelf halfdood, te water geraakt (bijna verdronken), door het vuur gedood, bijna gestorven door de dorst en de honger.-




Het verhaal van de avontuurlijke reis

2) De Hoofden = De hoofden van Engeland en Frankrijk: Kaap Dungeness en Kaap Gris Nez.
3) al = aldoor
4) Pleymuyen = Plymouth
5) marsseyl = marszeil, vierkant zeil boven de onderzeilen.
    fock = fok, het onderste razeil van de fokkemast (voorste mast)
6) boeve-net = bovennet, een net gespannen over de kuil (oorspronkelijk een soort houten roosterwerk, een hoog dek in het achterschip)
     kuil = deel van het schip dat van onder het halfdek tot onder de               bak (= voordek) loopt.
7) de boegh-poorten sijn op = de voorste geschutpoorten zijn open.




Wij namen vaak als wij aan land gingen een speelman (= muzikant) mee die op de fioel (= viool) speelde, waar het volk van het land zich zeer over verbaasde, ze waren daar zo onbekend mee, dat ze niet wisten hoe ze het hadden. Ze gingen er rondom zitten en staan, knipten met de vingers, dansten en sprongen en waren blij en vrolijk.





Ongeveer 60 halve vaten kruit hadden we overboord gegooid, maar er waren er nog wel ongeveer 300 aan boord, toen we mét alle mensen de lucht in vlogen. Het schip sprong in honderdduizend stukken. Er waren nog 119 personen in het schip toen het explodeerde.

Maar, zei ik, trek uw hemden uit en maak daar zeilen van.
Daarop trok een ieder zijn hemd uit en flanste ze aan elkaar tot zeilen.
We telden vervolgens ons volk en vonden in de boot 46 en in de schuit 26 personen, 72 personen in totaal.





1) ongesienste = lelijk, ongunstig
2) bosse-klooten = geweerkogels
 .) anderen  droncken haer eygen water = anderen dronken hun eigen urine
 .) en het volck begon soo wanhoopigh, mistroostigh en wreedt op malkander te sien, dat het leeck datse malkander bykans souden aenghetast hebben om te eten = men was zo wanhopig dat men elkaar zou aanvallen om op te eten...
3) doch ick versprack haer en seyde = maar ik vermaande hen en zei...




We namen daarop het volk uit de schuit in de boot en namen al de riemen uit de schuit, met de zeilen, en plaatsten die vervolgens op de boot 





 Daar komen zij aan! Wij hadden geen (verdedigings)wapens, behalve twee bijlen en ook nog een roestige degen en waren bovendien nog ziek van de bonen....
.....we namen daarom brandende takken in de hand en trokken richting de inlanders in het donker; de vonken vuur vlogen over het land hetgeen in de duisternis een afschrikwekkende aanblik gaf. 




Toen zetten wij het op een lopen, met iedereen naar de boot toe; hij die de boot niet kon halen die koos de rivier en zwom daarin (naar de boot toe).
Zij achtervolgden ons tot aan de boot en toen wij in de boot aankwamen was het heel moeilijk om er in zulke grote haast in te  komen en er mee van wal te steken, want de zeilen waren over de boot heen gelegd als een tent.




Wij lieten een man in de mast klimmen op de uitkijk, die riep: 'ik zie schepen liggen.' Hij telde er 23. Toen sprongen wij op van blijdschap.





1) De naam van Bontekoe's schip ontbreekt, waarschijnlijk omdat hij niet aan zijn eigen verheffing kon meewerken.
2) mikan = citrusvrucht (Citrus unshiu of satsuma mandarijn)




Om 3 uur 's nachts (Ses glasen in de nacht) begon het zo verschrikkelijk te waaien dat iederen die het nooit gehoord of gezien heeft het onmogelijk zal lijken 
dat de wind zo'n kracht kan hebben.




We waren alle dagen bezig, zowel op het schip als op land, om onze spullen weer te repareren We hadden enige ijzers, net zoals ze die in de lijnbanen gebruiken om touw te maken. We zetten een lijnbaan op het land op; hakten een van onze zware touwen in stukken, maakten dat los en vervaardigden daarvan al het want. 





Tenslotte: In de bijlage wordt vermeld hoe het met 2 kapiteins afliep: de een (Pieter Thijsz.) werd vervangen en de ander (Jan Jansz.) had zich door dronkenschap zodanig misdragen dat hij uit zijn funktie werd gezet, al zijn gage en maandgelden (pensioen) werden geconfiskeerd, ter vergoeding voor de benodigde reparatie(s).




Te koop bij Tureluur voor € 15,00



Voor hen die gaan voor het jongensboek 
"De scheepsjongens van Bontekoe":


(verkocht)