Parodieën zijn van alle tijden.
Een parodie of persiflage is een spottend hergebruik van een bestaand gedicht, lied, film,toneelstuk of verhaal. In grote lijnen is het dus hetzelfde als een satire: het verhaal (de tekst) wordt op een ironische manier nagedaan. Dit kan zowel op een onschuldige als op een agressieve wijze gebeuren. Het succes van de parodie zal groter zijn naarmate het origineel bekender is en de geparodieerde (uitvergrote) elementen dus herkenbaarder zijn.
(zie wapedia: http://wapedia.mobi/nl/Parodie)
Dit boekje is een uitgave uit 1931, geschreven door een mevrouw die een Nederlandse jonkvrouw was en vooral bekend werd door haar historische werken (Gijsbert Karel van Hogendorp, Willem de Zwijger. Cornelis van Vollenhoven, Rembrandt en Wilhelmina).
(zie wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Henriëtte_L.T._de_Beaufort)
"De dominee van Urk moest op Schokland gaan preeken.
Maar door het razen van de zee had hij zijn tekst vergeten".
Deze tekst werd geparodieerd door deze inhoud te herschrijven op de manier zoals Vondel, Rhijnvis Feith en Augusta de Wit het zouden schrijven.
"In het Mauritshuis" kreeg een tekst naar Frans Coenen en A.M. de Jong.
"Moriaantje, zwart als roet..." werd geparodieerd door Louis Couperus en Is. Querido.
"Jan mijne man..." (een kinderversje) werd "herschreven" door Potgieter, Hieronymus van Alphen, Lodewijk van Deyssel, Ary Prins. Arthur van Schendel, Dirk Coster, Henriëtte Roland Holst, Ina Boudier-Bakker, Jan Greshoff en Jo van Ammers-Küller.
Uitgave: C.A.J. van Dishoeck N.V. te Bussum in het jaar 1931, 1e druk, halflinnen, hard cover,
58 pagina`s, kaft verkleurd, onderkant pagina`s niet gelijk gesneden.
(verkocht)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten