
"Anthonie Christiaan Wynandt Staring (1767-1840).
Staring is vooral in de herinnering gebleven als schrijver van balladen: eenvoudige verhalende gedichten in coupletten, in middeleeuwse trant en vaak gebaseerd op folklore: oude zeden en gebruiken van een volk of van een bepaalde streek, terug te vinden in sagen, volksliederen, sprookjes e.d. Hij is dikwijls humoristisch.
Bekend zijn Marco, over een ijdele versierder uit het middeleeuwse Napels, die in de problemen komt wanneer hij echt verliefd wordt, en de Jaromir-cyclus, vier gedichten over een student die later reizend monnik wordt en vreemde dingen beleeft bij zijn strijd met de duivel." (bron:
www.gedichten.nl)
Hij bezat een eigen landgoed met kasteel, de Wildenborch in Vorden en was Achterhoeker in hart en nieren. (bron: wikipedia)

Dit bundeltje gedichten van Staring is een klein
doorleefd boekje. Zo voelt het tenminste als ik het in de hand houd. Het heeft ooit toebehoord aan de leraren-bibliotheek van het St. Alfonsus-Seminarie "Nebo."
Het ziet er eigenlijk onooglijk uit: de gemarmerde kaft is een beetje bobbelig en de hoeken zijn gesleten.
Als het boekje opensla komt me een hele andere epoque tegemoet en ik moet me inhouden om niet al te veel de taal van Staring na te volgen. Voor ons, 21ste eeuwers, is het dan ook af en toe tamelijk lachwekkend:
"Daar stond een teedre Bloem
Van God op de aard` geplant,
Om tot zijne eer te bloeijen.
De vruchtbre morgendaauw
Droop mildlijk op haar neêr,
En deed haar welig groeijen."

Hier ziet u een pagina uit het boekje, met een gedicht "Aan mijne Gade." (klik op de afbeelding voor vergroting)
Verrukkelijk toch, dat taalgebruik? "...ontdroeg...", "...zedig maagdenoog...", "...met stillen trat..."
En dan maar beweren dat er niets veranderd is in al die jaren?!
Al mijn naspeuringen ten spijt heb ik geen exemplaar van dit boekje (deze uitgave van 1837) op internet kunnen vinden, dus ik denk dat het zeldzaam is! Voor de liefhebber, dus!
Uitgave: Is. An. Nijhoff te Arnhem, in het jaar (onzes Heeren)1837.
2e druk (
ter tweede uitgave), derde stuk.
ingenaaid en gebonden, hard cover, kunstleren rug, gemarmerde kaft, 160 pagina`s, geschept papier (niet gelijkmatig gesneden), hoekje uit frontispice geknipt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten